Twee sonnetten (vrij naar Shakespeare)


Het Poëziecentrum organiseerde in 2016, in samenwerking met de Universiteit Gent, de ‘Shakespeare sonnettenwedstrijd’. Het idee: neem de eerste zin van een Shakespeare-sonnet en schrijf zelf een ander vervolg, in het Engels of in het Nederlands. Ik heb beide talen geprobeerd.

In het Nederlands heb ik sonnet 147 onder handen genomen. De eerste zin daarvan luidt: ‘My love is as a fever, longing still’

In het Engels waagde ik me aan het achttiende sonnet. Je weet wel:
‘Shall I compare thee to a Summer’s day?’

De vriendelijke jury wees me aan als winnaar van de categorie Nederlandstalig. Hieronder mijn inzending – en daarnaast ook nog mijn vergeefse Engelstalige poging.


Jager-verzamelaar

Mijn liefde is een koorts die blijft begeren.
De eerste aanval bracht mij bij mijn vrouw.
Toch bleef verzameldrift mijn hart regeren,
Waardoor ik nooit een toonbeeld werd
van trouw.

Dus kruist een potentiële prooi mijn pad,
Dan wordt mijn hartslag opgejaagd, want zij,
Is toch, al heeft ze honderd man gehad,
Een doelwit, want ze is nog maagd met mij.

Nu zoek ik nog een derde exemplaar,
Wiens nagels krassen maken in mijn borst,
Wiens vingertoppen strelen door mijn haar;
Wie maakt me hongerig én lest mijn dorst?

Of is wat je getemd hebt in het leven,
Geen prooi, daar het zich over heeft
gegeven?

Thijs Maas, vrij naar Shakespeare (sonnet nr. 147)

Shall I compare thee

Shall I compare thee to a Summer’s day?
Or shall I think of something of my own?
An image that is less of a cliche;
I’d like you next to me,
not on a throne.

And how could just one metaphor be true?
I love you for a lot of different reasons.
Each Summer’s day would fade
compared to you,
I’d need at least all four of nature’s seasons.

Besides, it would insult that love of mine,
To think that it is driven by the light.
Your flaws to me are signs of the divine,
That’s why I will adore you day and night.

There is a story told in every scar,
It’s mere mistakes that make us who we are.

Thijs Maas, vrij naar Shakespeare (sonnet nr. 18)